2008

'Nederland zal nooit af zijn'

interview in Delft Integraal, juni 2008, met Marcel Stive.

In 2005 liet hoogleraar kustwaterbouwkunde Marcel Stive een waarschuwing horen die snel door de landelijke media werd opgepikt: Nederland was minder veilig voor het water dan we dachten. Een deel van de primaire waterkeringen bleek niet te voldoen aan de normen in de Wet op de Waterkering. Nu is Stive lid van de nieuwe Deltacommissie, dat later dit jaar een advies uitbrengt. 'Een zo goed mogelijke bescherming tegen het water is een soort grondrecht.'

Zijn de dijken verzwakt?

"Nee. Er zijn zelfs dijkversterkingen uigevoerd. Maar ze zijn nooit op de sterkte gebracht die was afgesproken in de Wet op de Waterkering. Er is te weinig prioriteit gegeven aan het onderhoud. Dat was geen kwestie van nonchalance. De politiek heeft er nooit genoeg geld voor vrijgemaakt."

Het probleem beperkt zich niet tot de kust, benadrukt u wel eens.

"Ook bij de rivieren blijft de kwaliteit van de primaire waterkeringen soms achter bij de normen. Langs de kust heb je wel zwakke schakels. Een aantal zijn inmiddels aangepakt. In Noordwijk is gekozen voor een 'dijk in duin' oplossing. Het duin kan dan niet verder afslaan in zee en de boulevard en naaste bebouwing worden gespaard. Ook in Scheveningen kiest men nu voor zo'n aanpak: de Spaanse architect De Sola-Morales heeft al een aangepaste boulevard ontworpen. Het doet me plezier dat er zoveel energie in kustbeveiliging gestoken wordt."

Uw waarschuwing is ter harte genomen?

"Het proces is versneld omdat de media in 2005 oog kregen voor het probleem. Mijn Delftse collega Han Vrijling en andere hoogleraren in het expertisenetwerk over waterkeringen riepen al jarenlang dat het zo niet langer kon. In 2005 kreeg die waarschuwing opeens alle aandacht in de media. De tijd was er kennelijk rijp voor, en ik bevond me tot mijn verrassing in het middelpunt. Ik was een boodschapper van het nieuws, meer niet."

En die boodschapper werd onthoofd?

"Dat valt mee. Ja, ambtenaren van Verkeer en Waterstaat waren bang dat mijn verhaal hun staatssecretaris en zelfs minister in de politieke problemen kon brengen. Voor veel anderen was het een welkome boodschap."

Voldoen de minder goede waterkeringen net niet of helemaal niet aan de in 1996 in de wet verankerde normen?

"Net niet of helemaal niet: op het moment dat de kritische waterstand wordt overschreden, zijn de problemen even groot. Die in de wet vastgelegde normen voor aanvaardbare risico's zijn gebaseerd op het rekenwerk dat de CWI-wiskundige Van Danzig voor de eerste Deltacommissie heeft uitgevoerd. Hogere, sterkere dijken betekenen dat de kans op een overstroming afneemt: eens in de tienduizend jaar, in plaats van eens in de 500 jaar, bijvoorbeeld. En op de lange termijn verlaag je zo de kosten, want hoe kleiner de kans op een overstroming, hoe minder de schade voor de economie. Er is destijds bewust niet gekozen voor een groter risico, waarbij je de toekomstige generaties opzadelt met de gevolgen.
Ik zou al blij zijn als de waterkeringen aan die normen voldeden, al kon op het moment dat ze werden opgesteld nog geen rekening worden gehouden met gegevens waarover we nu beschikken: de kans op een stijging van de zeespiegel, golven die harder op de kust inbeukten dan eerst werd gedacht…
De gevolgen van een overstroming zijn nu ook veel ernstiger. Achter primaire waterkeringen wonen nu meer mensen en is er meer economische bedrijvigheid. Om nog maar niet te spreken van de ecologische en reputatieschade voor Nederland."

En de kansen op overstromingen?

"Die liggen hoger dan eerst was gedacht. Een dijkring wordt traditioneel getoetst door die ring op te delen in dijk- of duinvakken. Maar als je juist kijkt naar het geheel komen er andere faalmechanismen aan het licht. Dan blijken de kansen op overstroming opeens veel hoger te liggen. Die grote dijkdoorbraak die eens in de tienduizend jaar voorkomt, blijkt eens in de duizend jaar plaats te kunnen vinden. Dan schrik je toch wel even."

Eens in de duizend jaar, dat klinkt voor de burger misschien geruststellend.

"Ja. Maar dit is wel een van die rampenscenario's waarbij grote aantallen mensen kunnen omkomen. En een overstroming is het meest waarschijnlijke ramprisico."

Stel dat de zwakke schakels bij Ter Heijde en Scheveningen het zouden begeven, welke gebieden in Zuid-Holland lopen dan het grootste gevaar?

"Niet de stadskernen van Zuid-Hollandse plaatsen als Den Haag, Delft, Rijswijk en Zoetermeer, want die bevinden zich op hoger gelegen gebieden. De mensen die zich daar eeuwenlang geleden vestigden, wilden graag hoog en droog wonen. Maar Vinex-wijken als het Haagse Wateringse Veld zijn gebouwd in laaggelegen gebieden. De mooiste woningen staan vaak in de gebieden die het slechtst gelegen zijn."

Hoeveel tijd hebben de mensen in zo'n wijk om een lager gelegen gebied te bereiken?

"Nauwelijks tijd. Als je op simulaties ziet hoe snel dat gaat… Maar ik ga er van uit dat de politiek uiteindelijk kiest voor een duurzame oplossing op lange termijn voor deze problemen. Dat moet haalbaar zijn. Het kost ook bijna niks: één miljard, oftewel 0,1 procent van het bruto binnenlands product. Ter vergelijking: de hypotheekrenteaftrek kost elf miljard per jaar."

Eén miljard over een periode van…?

"Eén miljard per jaar, zolang Nederland bestaat. Bij de oplevering van de Stormvloedkering Oosterschelde heeft de koningin – en wie durft de koningin tegen te spreken? – gezegd: 'De Deltawerken zijn voltooid.' Een misvatting. De waterschappen bestaan al meer dan duizend jaar omdat Nederland in die zin nooit af is en nooit af zal zijn."

Eén miljard per jaar, daar kun je als regering veel mooie andere dingen mee doen.

"Je moet het als een business case zien. We wonen hier in een Delta. Is een miljard veel voor iets dat je absoluut nodig hebt om dat succesvol te kunnen doen?
De vuurwerkramp in Enschede en de caféramp in Volendam hebben gezorgd voor een enorme veiligheid op heel specifieke aspecten. Op zich niet verkeerd, maar je ziet wel hoe de emoties rond die gebeurtenissen er toe hebben geleid dat er heel zware maatregelen worden genomen om een toch al heel klein risico verder te minimaliseren. De overheid kan dat doen door de kosten op de burger af te wentelen. Maar het lukt de overheid niet om een gemeenschappelijk goed als bescherming tegen overstromingen af te dwingen. Terwijl daar het risico veel hoger ligt. Dat is eigenaardig. Van een politicus mag je verwachten dat er niet altijd een ramp nodig is voor hij iets doet."

Waarom lukt het ze niet?

"Bewindslieden beginnen hun kabinetsperiode met een boodschappenlijstje, gebaseerd op de uitkomst van de kabinetsonderhandelingen. Pas later leren ze wat de echte problemen zijn. En dan zijn ze al met handen en voeten gebonden aan het budget."

Moet er een grote overstroming plaats vinden voor er jaarlijks een miljard euro in de Nederlandse kustbeveiliging wordt geïnvesteerd?

"Dat zou kunnen. Daarom waren deskundigen ook 'blij' met de dijkdoorbraken in New Orleans, nu bijna drie jaar geleden. Niet blij met de humanitaire ramp, maar blij met de waarschuwing die er van uit ging."

Wat zou het volgende New Orleans kunnen zijn?

"De Amerikaanse kuststeden hebben allemaal problemen. Daar zijn ze ook mee bezig. Maar ook daar is het een kwestie van: hoe ga je de problemen oplossen en tegen welke kosten?"

En zeespiegelstijging: is het niet moeilijk te voorspellen hoe dat risico zich gaat ontwikkelen?

"Gelukkig is het tempo van de klimaatverandering traag vergeleken met de levensduur van de beschermingswerken aan de kust. Er is genoeg tijd om ze aan te passen. We moeten wel goed monitoren wat er gebeurt, maar tot nu toe levert de klimaatverandering geen grote problemen op voor de kustbeveiliging. Het Intergovernemental Panel on Climate Change (IPCC) heeft in vier achtereenvolgende rapporten een steeds lagere schatting van de te verwachten zeespiegelstijging afgegeven."

De situatie is minder erg dan we dachten, maar nog steedss alarmerend?

"Zoiets. Maar het is makkelijker geworden de risico's voor de kustbeveiliging te bepalen."

Vormen eilanden voor de kust een nuttige bijdrage aan de kustbeveiliging?

"Ze beschermen uiteraard het kustgebied dat er achter ligt. Net zoals de Waddeneilanden. Zo'n eiland fungeert als golfbreker.
Maar dat eiland blijft niet zomaar liggen. Je vergroot de lengte van je primaire kering vaak met een factor twee. Het kost verschrikkelijk veel geld. Adriaan Geuze had het over veertig miljard kubieke meter zand. Een kuub zand kost al gauw meer dan een euro, dus ga er maar aan staan.
Ik ben geen tegenstander van zulke eilanden. Maar je moet een goede business case hebben. Een vliegveld op het eiland, bijvoorbeeld. Of een paar kerncentrales."

Eilanden voor de kust lijken vooralsnog niet de beste oplossing. Wat dan wel?

"Zo'n dijk in een duin is een innovatief idee dat best een oplossing biedt. En bij de waterkeringen van stedelijke gebieden als Dordrecht en Rotterdam moet je nog veel systematischer zorgen voor brede dijken die minder snel bezwijken.
Mensen zouden op zo'n dijk kunnen wonen en werken. Daar zijn al mooie voorbeelden van. De huizen van de mensen op zo'n dijk zouden bij extreme waterstanden een enkele keer blank kunnen staan. Maar de dijk zou niet bezwijken."

Nog een andere innovatieve oplossing: wonen op terpen. Het water ruim baan geven; terug naar oude tijden.

"Het is een romantisch idee, natuurlijk. Maar laten we eens kijken naar de dijkring waar ook de TU Delft zich bevindt – no. 14. Stel dat wordt besloten een nieuw stedelijk gebied op een te bouwen terp te leggen. Als er dan ooit een overstroming plaats zou vinden, zou de schade in het gebied rond de terp groter zijn. Omdat de terp ruimte inneemt. Die terp zorgt er voor dat het water in de omgeving nog hoger komt te staan. De grond die je nodig zou hebben voor een terp kun je beter gebruiken om verzwakte dijken te versterken. Dan maak je het voor iedereen veiliger.
Dit gaat om de solidariteit tussen ons allen. Het is geen probleem dat je individueel kunt oplossen. Daarom is je verzekeren tegen overstromingen ook onzin. We hebben met elkaar afgesproken dat de staat er voor moet zorgen dat we zo goed mogelijk beschermd zijn. Een soort grondrecht. Dus je moet wel heel goede argumenten te hebben om uitzonderingen te maken voor een bepaalde groep. "

U bent één van de leden van een nieuwe Deltacommissie die veel kritische, onafhankelijke geesten telt. Is dat een  teken dat uw boodschap bij de politiek is aangekomen?

"Er is goed geluisterd. Daar ben ik blij om."

Of u bent ingekapseld. Als iemand erg lastig is, dan zet je hem in een commissie.

"Het is nog te vroeg om te zeggen of er echt iets veranderd is. Maar de tekenen zijn positief. Voorzitter Cees Veerman heeft met de hand op het hart verklaard dat dit geen rapport wordt dat in een diepe la zal verdwijnen. En dat meent hij serieus."

Wat is jullie opdracht?

"Onze opdracht is om de regering te adviseren over duurzame kustontwikkeling over een termijn van 100 tot 200 jaar. Maar we hebben die opdracht iets ruimer geïnterpreteerd. Het gaat ook om de rivieren. En de zoetwaterhuishouding is een even belangrijk onderwerp als de kustbeveiliging. De afsluiting van de Zuiderzee heeft gezorgd voor een uniek zoetwaterbekken. Maar als de zeespiegel stijgt wordt het lastig om via het zogenaamde vrije verval overtollig water te kunnen spuien. Dan moeten we pompen. En pompen kost veel geld en energie."

Zal de politiek straks niet grote moeite met het advies van de deltacommissie kunnen hebben?

"Je moet goed nadenken over hoe je de boodschap het beste kan brengen. De politiek of de bevolking laten schrikken is niet altijd de beste tactiek. Je wilt geen onheilsprofeet zijn, maar je wilt ook je boodschap duidelijk overbrengen. Veerman is gelukkig uitstekend in staat om politiek iets in beweging te krijgen. En we weten dat we geen aanbevelingen moeten doen zonder inzicht te geven in wat dat financieel betekent."

WIE IS MARCEL STIVE?

De nieuwe Deltacommissie kent met leden als hoogleraar Louise Fresco, ex-Robeco-bestuurder Jaap van Duijn en de als kritisch en onafhankelijk bekend staande hoogleraar kustwaterbouwkunde Marcel Stive een opvallende samenstelling. "Deze mensen staan open voor argumenten", constateert Stive zelf.
Stive raakte als student op de faculteit civiele techniek door de colleges van professor Bijker geboeid door waterbouwkunde. Omdat hij vond dat hij te veel manager dreigde te worden en te weinig aan onderzoek toekwam, onderbrak Stive later zijn loopbaan bij het Waterloopkundig Laboratorium (nu WL Delft Hydraulics) voor een positie als toponderzoeker in Barcelona. Sinds 2001 is hij hoogleraar kustwaterbouwkunde.
Stive liet zich onlangs overtuigen ("eigenlijk vond ik dat ze een jonger iemand moesten nemen") om als hoofdkwartiermaker de vier nieuwe International Research Platforms (gezondheid, energie, infrastructuur en milieu) op te helpen zetten. Hij is zelf ook de kwartiermaker van het onderzoeksplatform milieu.

 

terug